‘In 45 jaar uitgegroeid tot belangrijke speler in de autoschade markt’
Door: Ria Luitjes voor de Vogelwijk
Op een woensdagmiddag in september word ik hartelijk ontvangen door Pim Hielkema, eigenaar van Autoschade Herstel WIBU en Autoschade Herstel Den Haag. Deze 68-jarige ondernemer praat graag over zijn passie: schade aan auto’s herstellen. Pim is met zijn bedrijf al 45 jaar als ‘plastisch chirurg’ in de autobranche actief en denkt voorlopig nog niet aan stoppen. ,,Voor mij is niets doen een illusie.”
Waar ben je geboren en hoe zag jouw jeugd er uit?
„Ik ben geboren in Den Haag op de grens met Scheveningen. Mijn ouders hadden twee sigarenwinkels, in Den Haag en Voorburg. Het ondernemerschap is mij zoals ze dat zeggen met de paplepel ingegoten. Mijn ouders heb ik al op jonge leeftijd verloren.
Samen met mijn twee jaar oudere broer heb ik toen vier jaar bij vrienden van onze ouders gewoond. De overbuurman van deze vrienden regelde voor mij, toen ik 16 jaar was, een baan als leerling-automonteur bij de Haagse Automobiel Club, de HAC. Dat zou ik een jaar gaan doen want ik wilde naar de mts. Voor mij was dit een moeilijke periode na het verlies van mijn vader. Ik was in die tijd best opstandig en geen gemakkelijke leerling voor docenten. Omdat ik helaas niet tot de mts werd toegelaten, ben ik avondschool gaan doen, maar ook daar kwam niet veel van terecht. Uiteindelijk heb ik later wel al mijn diploma’s behaald.”
Hoe ben je in de Vogelwijk terechtgekomen en wat waardeer je aan onze wijk?
„Diezelfde overbuurman die mij aan een baan hielp, had ook een dochter, Petra. Zij was mijn jeugdliefde. Uiteindelijk zijn wij getrouwd. We hebben geen kinderen gekregen. In 1988 zijn Petra en ik een paar jaar buiten Den Haag gaan wonen, in Zevenhuizen. Ik wilde eigenlijk, net als mijn familie uit Friesland, boer worden. Dat zat er niet in, maar het leek om die reden wel een beter plan om in Zevenhuizen te gaan wonen, in plaats van in de stad. Landelijk en veel rust. Uiteindelijk bleek dat niet zo’n verstandige keuze. Na een aantal jaren werd het forenzen naar Den Haag, waar we allebei werkten, steeds zwaarder. De files werden lang en wij realiseerden ons dat we veel van onze privétijd verspilden aan het autorijden. Dus gingen wij op zoek naar een plek in Den Haag met een combinatie van landelijkheid en het werk dichtbij. We hebben meerdere woningen bekeken in de Vogelwijk en in 1994 zijn we als een blok gevallen voor dit huis aan de Sportlaan, met alleen maar groen voor onze deur. Kijk zelf maar!” Hij wijst op de Bosjes van Pex aan de overkant, waarlangs de Haagse Beek kabbelt.
In 2007 is mijn vrouw Petra helaas overleden. Dat was een hele zware tijd, maar drie jaar later had ik het geluk Yvonne te ontmoeten. Haar man is in 2006 overleden, dus we delen veel gezamenlijke gevoelens. Nu genieten wij samen van onze rustige wijk waar we twee keer per dag onze hond Fluts uitlaten. Na de herinrichting en de nieuwe ventweg gaan wij hier nooit meer weg. Yvonne heeft twee volwassen kinderen en samen genieten we daar van. Ook van de kleindochter die regelmatig op bezoek komt.”
Hoe ben je 45 jaar geleden met je bedrijf begonnen?
„Uiteindelijk werd het plan om één jaar te werken bij HAC toch acht jaar. Daarna ben ik in 1975 voor mijzelf begonnen met een autoschade herstelbedrijf in een huurpand aan de Schalkburgerstraat/Spionkopstraat in de wijk Transvaal. In die tijd hadden we een bijzondere serviceauto: een Ford Escort Stationcar met allemaal regenboogstrepen erop. We noemden hem ‘de toverbal’. Misschien zijn er nog wel Vogelwijkers die zich deze auto herinneren.
In ons pand was alleen geen spuitcabine en dat ging toch wringen. Kleine schades herstelden we met de deur op een kier en voor grote schades gingen we naar de nieuwe HAC-locatie met spuitcabine. We reden dan over de openbare weg zonder koplampen, voorruit of bumper. Dat kon echt niet langer op deze manier. Daarom hebben wij In 1981 een pand gekocht tegenover de Mets Tennisbanen in Scheveningen. De rentes zijn nu laag, maar in 1981 betaalde ik 13% rente voor een lening van 300.000 gulden. Ik nam een groot risico en heb alles wat ik had in het bedrijf gestopt.
Door de veranderingen in de branche heb ik in 1992 bouwgrond gekocht op industrieterrein Zichtenburg-Kerketuinen-Dekkershoek. Veel meer ruimte en alles naar de eisen van techniek, arbo en milieu. De burgemeester van destijds, Ad Havermans, heeft ons nieuwe bedrijf in 1994 geopend. Ook nu zat al ons geld in deze nieuwe onderneming. Ik weet nog goed dat ik tegen Petra zei: ‘we gaan een lening afsluiten voor een nieuwe keuken’. Dat hebben we gedaan. Maar die lening was niet voor de nieuwe keuken. Die was bedoeld om het openingsfeest te financieren, zodat we iedereen, die voor ons bedrijf van belang was konden uitnodigen en ze met eigen ogen konden zien hoe mooi en professioneel het allemaal was geworden.
Vier jaar later kwam het autoschadebedrijf WIBU, om de hoek bij onze zaak, te koop. Dat heb ik toen aangekocht, want ik wilde uitbreiden. Daarbij is de naam veranderd in WIBU-Den Haag. Inmiddels zijn we, met achttien medewerkers, een belangrijke speler in deze markt geworden en daar ben ik natuurlijk trots op. We hebben ook met bijna alle verzekeringsmaatschappijen een contract.
Hoe heb je de crisis van 2008 overleefd en wat merk je nu van de coronacrisis?
„Door de crisis in 2008 werd de markt kleiner. Men ging op de centjes letten en schades werden niet altijd gelijk hersteld. Ook waren er minder schades doordat er meer technologie beschikbaar kwam, zoals de achteruitrij-piepjes of -camera’s. Minder strenge winters speelden ook een rol, dus het aantal glij- en slipschades nam af. Maar ondanks dat de markt kleiner werd heb ik gelukkig nooit mensen hoeven ontslaan. Voor een interview van de NOS heb ik toen gezegd: ‘Laat nu de echte ondernemer maar opstaan.’ Daar bedoelde ik mee: Laat je gezicht overal zien, want onbekend maakt onbemind. Mijn vader zei altijd: ‘Wees eerlijk!’ Daar doen we ons best voor.
De coronacrisis heeft geen gevolgen voor ons bedrijf. Wij werken niet voor leasemaatschappijen maar puur voor de particuliere autoschade markt. Er zijn door corona zelfs meer schades, zou je kunnen zeggen, want in deze periode zijn particulieren juist meer gaan rijden. Ging men voor de corona-restricties vaak met het openbaar vervoer, nu gebruikt men meer de auto. In het voorjaar zaten we helemaal vol met werk en moesten mensen soms vier weken wachten. Nu is het zo’n twee weken.’’”
Heb je geen hobby’s waaraan je nu meer tijd zou willen besteden?
„Mijn bedrijf is mijn hobby en houdt mij scherp. Wel neem ik nu makkelijker dagen vrij om te gaan varen met onze boot die in De Kaag ligt. Onze boot is onze gezamenlijke hobby, daar komen we tot rust. De boot is van alle gemakken voorzien inclusief zonnepanelen, zodat we niet afhankelijk zijn van stroom van de wal. Heerlijk in de natuur liggen we dan.
Varen met de boot is echt een feestje. Ook de tuin is voor mij belangrijk. Heerlijk als ik het pas gemaaide gras ruik! Ik houd al jaren geraniums en andere planten over die ik in het voorjaar weer buiten zet. In de tuin werken geeft mij veel rust. Zo komt toch die agrariër weer bovendrijven.”
Waar sta je over vijf jaar met je bedrijf?
„Dan hebben we nog steeds een heel mooi bedrijf met WIBU, waar we dan ook meer elektrische auto’s met schade repareren. De eerste stap hiervoor is inmiddels gezet want in augustus heb ik het pand tegenover WIBU aangekocht. Voor het repareren van autoschade van elektrische auto’s is andere knowhow nodig. Enkele van mijn medewerkers hebben hiervoor de benodigde certificaten behaald.’’
Wanneer ga je met pensioen?
„Voorlopig niet. Laat mij maar lekker bezig zijn. Mijn werk ziet er na zoveel jaren wel anders uit. Natuurlijk herstel en spuit ik niet meer zelf. Ik handel de financiële zaken af en onderhoud ook de contacten met leveranciers, verzekeraars en andere partijen. Voor het dagelijkse management heb ik een rechterhand aangesteld. En dat loopt prima. Ook ben en blijf ik nog voorzitter van de franchiseorganisatie Autoschade Herstel Groep, die ik mede heb opgericht in 2004.
Niks doen is een illusie. Mensen zeggen vaak: ‘Na m’n pensioen ga ik leuke dingen doen.’ Maar voor mij zijn de leukste dingen mijn mensen, mijn klanten en leveranciers en de steeds veranderende techniek in de autoschade. In die omgeving voel ik mij fijn. En natuurlijk vergeet ik het thuisfront niet, maar zonder werk… dat wordt voor mij zelfs een beetje saai.”